Izzy F.Stone, journalist 1907-1989, editor I.F.Stone’s weekly: ‘Alle regeringen worden geleid door leugenaars
Izzy F.Stone, journalist 1907-1989, editor I.F.Stone’s weekly: ‘Alle regeringen worden geleid door leugenaars
Izzy F.Stone, journalist 1907-1989, editor I.F.Stone’s weekly: ‘Alle regeringen worden geleid door leugenaars
Izzy F.Stone, journalist 1907-1989, editor I.F.Stone’s weekly: ‘Alle regeringen worden geleid door leugenaars
Izzy F.Stone, journalist 1907-1989, editor I.F.Stone’s weekly: ‘Alle regeringen worden geleid door leugenaars
Izzy F.Stone, journalist 1907-1989, editor I.F.Stone’s weekly: ‘Alle regeringen worden geleid door leugenaars

Voorwoord

In 2002 zou het polderdistrict Betuwe zijn 675ste verjaardag gevierd kunnen hebben. Op 11 december 1327 werden de Ambten Over- en Neder-Betuwe in het leven geroepen door graaf Reinald II van Gelre. De erfopvolgers van deze ambten – de polderdistricten Over-Betuwe en Nederbetuwe – vloeiden in 1982 samen tot het polderdistrict Betuwe. Dit hield op 1 januari 2002 op te bestaan. Sindsdien vormt het samen met drie andere waterschappen én het zuiveringsschap Waterschap Rivierenland.

De fusie spoorde aan terug te blikken: wat is er in de streek gebeurd en wat heeft het waterschap gedaan. De geschiedenis tot 1977 was verteld. Over wat daarna is gebeurd, zweeg de literatuur nog in alle talen. Het bestuur van het polderdistrict Betuwe wilde dat óók de recentste geschiedenis zou worden geboekstaafd. De eigen organisatie behoorde daarbij in het zoeklicht te komen. Het moest een verhalend naslagwerk worden. Geen en-toen-en-toen relaas, geen gortdroge opsomming van feiten, maar gebaseerd ook op de belevingen van betrokkenen in een voor het polderdistrict turbulente periode.

Een commissie boog zich over de totstandkoming van het boek. Het vinden van een geschikte auteur was geen sinecure. Meerdere namen passeerden de revue. De keuze viel op journalist Rudie van Meurs, zij het na ampele overwegingen. Van Meurs had al veel stof doen opwaaien met zijn boek over het hoogwater van 1995. De dijkstoel was sceptisch, maar stemde toe. Hoog in het vaandel van het college stonden daarbij: journalistieke vrijheid, meeslepende stijl, kritische opstelling, zelfbespiegeling en loutering. Het boek zou weliswaar gaan over het verleden. Maar het moest toch ook iets betekenen voor de toekomst.

Het boek beantwoordt aan de verwachtingen. Het plaatst het wel en wee van een soms rebels polderdistrict tegen de achtergrond van een streek die door hemelbestormende plannen op de schop ging. Weiden en akkers maakten plaats voor wijken en bedrijvenparken. De Betuweroute kreeg gestalte. De stad rukte op, de boer trok zich terug. Iets dergelijks speelde zich ook binnen het polderdistrict af. De taken van het polderdistrict verbreedden zich, bijvoorbeeld op het gebied van stedelijk waterbeheer. Dat uitte zich ook in méér aandacht voor natuur. De nieuwe kijk in Nederland op het waterbeheer versterkte dat nog. Het belang van de boeren moest worden verzoend met dat van de lisdodde en de stekelbaars. Er kwam daardoor andere deskundigheid in de organisatie en in het bestuur van het polderdistrict. De invloed van de boeren binnen het waterschap begon te tanen. Terzelfder tijd begon ook de teloorgang van de rustieke Betuwe.

Met verve is deze geschiedenis verteld. De betrokkenen van weleer komen aan het woord. Hun verhalen vormen pijlers van het boek. Ze ontsluieren verhoudingen achter de coulissen van de macht. Onthullend zijn daardoor de hoofdstukken over de crisis in 1995 # toen het water hoog tegen de dijken stond # en over de bewogen fusiejaren. De ontboezemingen geven toegang tot een bestuurlijke cultuur, tot de soms grimmige sfeer tussen het polderdistrict en andere overheidslichamen. Niet zozeer als geobjectiveerde waarheid, maar in de vorm van een bij de geïnterviewden # terugkijkend # beeld van zichzelf en anderen, al dan niet vermengd met de opvattingen van de auteur. Daarmee kan het eigenzinnig optreden van personen en organisaties in een bepaalde mate worden begrepen. Het gaat hierbij om hun functioneel optreden in relatie tot opvattingen en ontwikkelingen in waterbeheer en waterkering.

Met een welversneden pen schildert de auteur de sfeer van een veranderende Betuwe en een veranderend landschap. De ruimte van groene tapijten, rimpelend water en wuivend riet. De stilte. Een arcadisch landschap, belaagd door de stad. De met een artistiek oog gemaakte foto’s vormen een sprekende getuigenis. Al met al is een boek samengesteld, waarmee het polderdistrict Betuwe op een wijze die past bij zijn stijl de zelfstandigheid gedag zegt. Hierbij neemt het ook afscheid van de Betuwe zelf. Een streek, die nog lange tijd voordeel zal trekken van de zoete vruchten van het werk van het polderdistrict.

Voor de totstandkoming van dit boek wil ik allen die hun medewerking hebben verleend hartelijk danken. Met name wil ik noemen de leden van de begeleidingscommissie die er veel tijd in hebben gestoken: de bestuursleden Kees van Rooijen en Hein Jakob Wasser, ambtenaren Inge Lucas, Corné van Iersel en Johan van Meegen en extern adviseur en huishistoricus Ferdinand van Hemmen. En natuurlijk de auteur voor de boeiende wijze waarop hij de recente geschiedenis heeft opgetekend.

Ir. G.N. Kok
oud-dijkgraaf polderdistrict Betuwe

Polderpers